Als Sydney en Melbourne alleen niet genoeg redenen voor je zijn om naar dit land af te reizen, dan haalt de natuur je vast en zeker over. De national parks in Australië behoren tot de mooiste van de wereld en dat is niet voor niets: hoge bergen, uitgestrekte stranden, geweldige dieren en uitzichten waar je ‘u’ tegen zegt. Dit zijn de vijf tofste parken in het zuidoosten van het land.
1. Blue Mountains
Met stip op nummer één: de Blue Mountains. Dit national park in Australië ligt op slechts 1,5 uur rijden van Sydney is zó immens groot (230.000 hectare om precies te zijn) dat je er met gemak een week zou kunnen doorbrengen. Het is een geliefde weekendbestemming voor de Sydneysiders, maar je hoeft niet bang te zijn dat je omver gelopen wordt. Wel is het doordeweeks een stuk rustiger en kan het zomaar zijn dat je sommige trails helemaal voor jezelf hebt. De Blue Mountains staan vooral bekend vanwege de Three Sisters: drie uitsteeksels in de rotsen, hoog boven zeeniveau. Ga er vooral tijdens zonsondergang heen, want dan schijnt het licht het mooist op de rotsformatie. Vergeet ook niet de zijpaden te nemen, bijvoorbeeld naar de Honeymoon Bridge. De uitzichten die je hier krijgt zijn serieus de mooiste die je ooit zult zien. Andere must sees in het park: Wentworth Falls en Centennial Glen.
⇒ Lees ook: Alles over de Blue Mountains in Australië
2. Wilsons Promentory
Wanneer je wat (lees: bijna 1000 kilometer) zuidelijker rijdt bereik je uiteindelijk Wilsons Promontory, beter bekend als ‘The Prom’. Hier staan mooie stranden en wildlife centraal. Vooral mensen die houden van een hike of twee kunnen hier hun hart ophalen! Je hebt ze al van twee kilometer lengte, maar je kunt ook zo een hele dag op pad zijn als je zou willen. Ook wanneer je weinig tijd hebt kun je hier al snel veel zien: door het hele park is een autoweg aangelegd met parkeerplekken bij elke grote highlight. Sowieso niet overslaan: Squeeky Beach (strand dat piept wanneer je er overheen loopt) en Prom Wildlife Park (hallo kangoeroes).
⇒ Zie ook: mijn reisroute voor een roadtrip door Zuidoost-Australië
3. Philip Island
Philip Island is een nogal populaire vakantiebestemming in Australië. Het ligt op nog geen twee uur rijden van Melbourne en is voor de Melbournians een fijne weekendbestemming. Officieel is het geen national park; het is een nature park, maar dat mag de pret zeker niet drukken. Je kunt hier dwars door mangroves lopen, over de rotsen langs de ruige kust en over de mooie stranden. Wie van surfen houdt heeft ook niets te klagen. Bekendste highlight is de ‘Penguin Parade’, waar de kleinste pinguïns ter wereld (niet groter dan 30 centimeter) elke avond bij zonsondergang vanuit zee richting de duinen lopen. Een kleine tourist trap, en ik zou je dan ook eerder aanraden om overdag naar Nobbies Centre te rijden en ze daar te spoten in hun holletjes. Zo zie je ze veel dichterbij én bij daglicht. Plus: je krijgt er gelijk een mooie wandeling langs de kust bij.
4. Tower Hill Wildlife Reserve
Dit national park is bij het grote publiek vrij onbekend. Het is dat een moteleigenaar ons erop wees, anders zouden we er nooit vanaf hebben geweten, laat staan er naartoe zijn gegaan. Groot is Tower Hill Wildlife Reserve niet. Sterker nog: als je er met de auto in een keer doorheen rijdt ben je er met vijf á tien minuten weer uit. Dus: doe dat niet. Zet je auto neer bij het visitor centre en stap vooral uit. Neem je eigen ontbijt mee en eet het op bij een van de picknicktafels. Grote kans dat er een emoe komt buurten om te zien wat je bij je hebt. Wanneer je een van de wandelpaden volgt spot je geheid wallaby’s en kangoeroes. Het voelt een beetje als Jurassic Park aan, maar dan zonder dino’s.
⇒ Lees ook: de Great Ocean Road: 9 must stops
5. Grampians
Mijn andere favoriet: de Grampians! Een national park met uitzichten die niets onderdoen voor die bij de Blue Mountains. Zorg dat je slaapt in het dorpje Halls Gap: hier is eigenlijk geen reet te beleven, behalve dat ’s avonds het hele dorp bezaaid is met kangoeroes en wallaby’s. Overdag ben je uren zoet op de vele trails door het park. Zorg in ieder geval dat je naar de MacKenzie Falls, Reeds Lookout en Boroko Lookout bent geweest. Deze zijn allen met de auto te bereiken (klein stukje lopen nog), en zijn echt de kers op je reistaart.
