De meeste mensen slaan Snaefellsnes over tijdens hun eerste bezoek aan IJsland. Zonde! Er is hier zoveel moois te zien en juist doordat er relatief weinig toeristen zijn, voelt het nóg toffer aan. En dit zijn (wat mij betreft) de 10 hoogtepunten.
Over Snaefellsnes
Snaefellsnes is een schiereiland ten noordwesten van Reykjavik, op ongeveer 1,5 uur rijden van de hoofdstad. Het gebied ligt ingeklemd tussen de Faxaflói baai en de Breiðafjörður. Snaefellsnes wordt wel eens ‘Klein IJsland’ genoemd en dat is duidelijk niet voor niets. Net als in de rest van het land vind je hier watervallen, heet waterbronnen, vulkanen, bergen, hoge kliffen, een ruige kust, schattige dorpjes en heel veel niemandsland. Maar dan op een oppervlakte dat in twee á drie dagen te bekijken is. Veel toeristen slaan het schiereiland echter over. Dat betekent dat het er op veel plaatsen véél rustiger is dan op de Golden Circle of de route langs de zuidkust.
Bezienswaardigheden Snaefellsnes
Met deze route kom je langs de mooiste bezienswaardigheden van Snaefellsnes: een toffe mix van natuur, ontspanning én historie. Je kan met een dagtocht mee vanuit Reykjavik, maar heel eerlijk: het is veel leuker om zelf op pad te gaan. Zo kan je alles lekker op je gemak doen, hoef je geen rekening te houden met anderen én heb je veel meer vrijheid. Huur een auto (dat doe ik altijd via Sunny Cars, zodat ik zeker weet dat ik goed verzekerd ben) en trek minimaal twee dagen uit voor de volgende route:
1. Landbrotalaug
De eerste stop is eigenlijk gelijk een relaxte. Met een beetje geluk heb je de warmwaterbronnen van Landbrotalaug helemaal voor jezelf en kun je zonder pottenkijkers genieten van de natuurlijke hot springs hier. Landbrotalaug ligt wat verstopt achter een verlaten boerderij, maar als je de plek eenmaal hebt gevonden heb je een gigantisch weids uitzicht. Er zijn hier twee hotpots, waarbij eentje wordt ‘gevoed’ door een pijpleiding waar warm water uit komt. De temperatuur van het water ligt rond de 44 graden: heerlijk om hier even op te warmen tijdens een koude winterdag! De hotpots zijn erg klein: in een van de wateren passen net twee mensen, de ander is net wat groter. De toegang is overigens helemaal gratis, maar verwacht hier 0 voorzieningen.
2. Ytri Tunga
Hoewel IJsland over het algemeen niet echt een strandbestemming is, is het strand van Ytri Tunga zeker een must see. In tegenstelling tot de meeste andere stranden op IJsland, is het zand hier goudkleurig in plaats van zwart. Maar dat is niet waarvoor je hier naartoe moet, zeker niet omdat het weer over het algemeen niet warm genoeg is voor een luie chilldag aan zee. Daarentegen is Ytri Tunga dé plek in het land om zeehonden te spotten. Vooral in de zomer is de kans heel groot dat je ze ziet. Ik was er echter in november en zag ze ook (weliswaar in de verte, maar toch).
3. Búðakirkja
Búðakirkja staat in het gehucht Búðir, waar vandaag de dag alleen nog maar een hotel en een kerk staan. Een zwarte kerk welteverstaan. In heel IJsland vind je er nog maar drie! Het oorspronkelijke gebouw is gebouwd in 1847 en werd herbouwd tussen 1985 en 1986. De zwarte kleur van Búðakirkja komt doordat het beschilderd is met pek (een plakkerige zwarte vloeistof), dat werd gebruikt om het hout te beschermen tegen het IJslandse weer. Búðakirkja is nog steeds in gebruik.
De kerk an sich is maar klein (er wonen immers niet zoveel mensen op Snaefellsnes), maar het is een bijzonder gezicht om Búðakirkja en de mini-begraafplaats hier zo vrijstaand in de natuur te zien. Leuk ook om hier een kleine wandeling over de duinen richting het water te maken.
4. Öxl
Tussen de dorpjes Budahraun en Arnarstapi ligt Öxl, een oude boerderij die je vanaf het viewpoint goed kan zien. De boerderij heeft niet de beste reputatie, want de enige seriemoordenaar van IJsland woonde hier vroeger. Lang geleden – als in: in de 16e eeuw. De beste man heette Bjorn Petursson, werd geboren in 1555 en is uiteindelijk in 1595 geëxecuteerd. Waar de een de plek bezoekt vanwege de lugubere geschiedenis, doet de ander (ik) dat vanwege het prachtige uitzicht dat je vanaf de weg hebt over het landschap.
5. Arnarstapi
Het voormalig vissersdorpje Arnarstapi heeft nog steeds een klein haventje. Waar het vroeger als een belangrijke handelspost fungeerde en daardoor een ook relatief veel inwoners telde, is het er nu alleen in de zomer nog druk te noemen. Dan gaan er nog veel mensen op pad om te gaan zeevissen. De meeste toeristen gaan hier echter naartoe voor de natuur. Aranrstapi ligt namelijk aan de voet van de berg Stapafell (526 meter hoog), die wordt omringd door een aantal prachtige kliffen en rotsen. De mooiste (en bekendste) is Gatklettur, een rots dat door de wilde golven een groot gat in het midden heeft. Je kan hier meerdere wandelingen/hikes maken: een aanrader is de route over het oude paardenpad langs de kust naar Hellnar (ter plekke is de route aangegeven).
6. Lóndrangar
Maak je de wandeling van Anarstapi naar Hellnar, dan kom je vanzelf uit bij Lóndrangar. Met de auto ben je er in een paar minuten en vervolgens loop je zo naar het uitzichtpunt. Je vindt hier twee stenen zuilen in zee, vlakbij de kust. Ze zijn gigantisch: de een is 61 meter hoog, de ander zelfs 75 meter. De rotspunten zijn overblijfselen van een vulkaan die inmiddels voor een groot deel is weg geërodeerd. De legende gaat dat hier elven leven die niet gestoord mogen worden: dat is ook direct de reden waarom boeren de heuvel bij Lóndrangar links laten liggen om te hooien. Ook ligt hier de Þúfubjarg, een rots waar onder meer papegaaiduikers broeden.
7. Saxhóll
Een van mijn favoriete plekken in Snaefellsnes is Saxhóll, een grote krater vlak langs de weg. Het is even goed opletten als je in de buurt bent, want de bewegwijzering biedt ruimte voor verbetering. Voor je het weet rijd je er voorbij. Maar als je je ogen openhoudt voor een parkeerplaats aan de linkerkant (als je vanuit de kant van Lóndrangar komt), moet het goedkomen. Via een trap loop je vrij makkelijk naar boven. De krater is 100 meter hoog en eenmaal op de top krijg je een fantastisch panorama die je niet wilt missen. Je ziet met helder weer de Atlantische Oceaan, maar ook de langgerekte, gedroogde lavavelden. Officieel bestaat de plek uit twee kraters, maar de meeste mensen komen niet verder dan de eerste (de tweede ligt namelijk wat verder van de weg vandaan).
Saxhóll is de perfecte hike voor wie niet al te lang onderweg wil zijn. Het is voornamelijk klimmen, maar met vijf minuten doorstappen sta je zo op de top.
8. Skarðsvík
De stranden van IJsland zijn veelal zwart. Ytri Tunga heeft gouden zand, maar is niet echt een plek waar je ook goed kunt chillen. Daarvoor kun je beter je navigatie instellen op Skarðsvík. Op een mooie dag voelt het hier bijna mediterraans aan met het azuurblauwe water en het lichte zand. Alleen is het dan net even bijzonderder, want je wordt omringd door een hoop donkere lavaresten. Let wel goed op: de golven kunnen best hoog zijn en in combinatie met de wind ook gevaarlijk. In dat geval wil je niet te dicht bij het water liggen.
Om er te komen moet je ter hoogte van Öndverðarnesvegur afslaan van de 574 naar de 579. De weg is geasfalteerd tot aan Skarðsvík: makkelijk te bereiken dus!
9. Svortuloft
Svortuloft ligt hemelsbreed gezien vlakbij het strand van Skarðsvík. De geasfalteerde weg stopt echter bij het strand, en om bij Svortuloft te komen moet je de onverharde weg volgen. Dat is even spannend als je een kleine auto hebt, maar uiteindelijk wel te doen. En geloof me, het is de moeite waard! Je belandt namelijk bij een oranje vuurtoren, die omgeven wordt door de kenmerkende IJslandse natuur: ruige kliffen vol met lavaresten. Officieel is het slechts één klif, maar dan wel een van maar liefst vier kilometer. De natuurlijke brug bij de vuurtoren mag je ook niet overslaan.
De vuurtoren staat er overigens niet voor niets: door de eeuwen heen zijn er diverse schepen gestrand bij de kliffen. Velen braken in kleine stukjes, en degenen die niet direct kapot gingen raakten al gauw in de problemen door de sterke stroming van de Atlantische Oceaan.
10. Kirkjufell en Kirkjufellfoss
Last, but not least: Kirkjufell én Kirkjufell. Sterker nog, het zijn dé boegbeelden van menig IJsland-brochure en twee van de meest gefotografeerde plekken van IJsland. Niet voor niets: want als je op de juiste plek staat zijn mooie foto’s gegarandeerd – ongeacht welk weer je hebt. Kirkjufell is de beroemde berg die eruit ziet als een soort punthoed. Kirkjufellfoss is een prachtige waterval. Er loopt een weg tussen (de 54), maar die valt haast niet. Als je aan komt rijden, kan het maar zo dat je de Kirkjufell niet herkent. Vanaf de weg ziet ‘ ie er namelijk heel anders uit dan hoe ‘ie over het algemeen geportretteerd wordt. Vanaf de waterval (officieel zijn het er zelfs twee) ziet er ‘gelukkig’ wel vertrouwd uit.
Vanaf de parkeerplaats loopt er een wandelpad naar de waterval. Je begint onderaan, waarna je – eenmaal boven – over de watervallen heen kan lopen. Aan het einde van het pad, aan de andere kant van de waterval, sta je op de plek waar menig fotograaf je voor is gegaan. Tip: kom zo vroeg mogelijk. Want hoewel Snaefellsnes op de meeste plekken heel erg rustig is, is dit juist een populaire hotspot. En trek in de winter schoenen aan met een goed profiel. Het kan hier erg glad worden!
Extra tip:
Rijd vanaf het dorpje Grundarfjordur richting Stykkishólmer via de 54, maar sla bij het bordje ‘Berserkjahraun’ rechtsaf naar de 558. Je volgt dan een heel toffe weg door de lavavelden en komt dan uiteindelijk alsnog uit bij Stykkishólmer, de grootste nederzetting van Snaefellsnes.
Praktische informatie
Vervoer
Wil je op eigen gelegenheid naar Snaefellsnes, dan raad ik je aan om een huurauto te regelen. De wegen op het schiereiland zijn vrij goed, dus je hebt niet per se een 4×4 nodig. Let wel goed op als je op onverharde (lava)wegen gaat rijden. Ga je in de wintermaanden, dan zijn winter- of spijkerbanden geen overbodige luxe, maar die zijn vanaf november t/m april sowieso verplicht.
Ik huurde mijn huurauto zelf – zoals eigenlijk altijd – via Sunny Cars. De reden? Ik ben fan van de all-inclusive formule: letterlijk alles is inbegrepen, waardoor je een stuk zorgelozer op pad gaat. Een krasje in de lak of kleine ster in het raam is nu geen issue. Een lekke band? Dat wordt gewoon opgelost. De Nederlandse klantenservice is 24/7 bereikbaar. En het allerfijnste? Er wordt je ter plekke niets meer aangesmeerd qua verzekeringen: alles is al gedekt. Betaal je dus ook nooit dubbel. Bekijk hier de beschikbare auto’s en actuele prijzen.
Je doet er overigens goed aan om ook de verkeersregels van tevoren even door te nemen. Sommige dingen zijn net even anders dan hier!
CO2-compensatie
Nog een tip voor wie graag wat groener wil reizen, want een huurauto is natuurlijk niet per definitie de meeste milieuvriendelijke manier om op pad te gaan. Je kunt bij Sunny Cars nu de CO2-uitstoot van je roadtrip compenseren via GreenSeat, zodat je bijdraagt aan klimaatprojecten ergens anders. Een voorbeeld: heb je €350 voor je huurauto betaald? Dan betaal je €1,75 voor een GreenSeat. Klein bedrag, groot verschil! Klik hier voor meer informatie.
Accommodaties
Ik raad je aan om een of twee nachten op Snaefellsnes te overnachten om zo op je gemak alle highlights te kunnen bekijken. Wil je ook hikes gaan maken, reken dan wat extra tijd. Ik verbleef zelf in het westen en het noorden:
- Glacier House Hellnar (in Hellnar)
- Kirkjufell Guesthouse (in de buurt van Grundarfjordur en met uitzicht op de berg Kirkjufell)
Bekijk hier alle accommodaties op het schiereiland.
Excursies
Ga je liever met een dagtour mee? Dat kan ook! Vanuit Reykjavik vertrekken er meerdere excursies richting Snaefellsnes, variërend van 10 tot 12 uur. Bekijk hier het aanbod en de beschikbaarheid.